Het online domein van de Nederlandse wijn
Wijndomein Boe Bruno

Waarom een halve Fransman kiest voor wijnbouw op Walcheren

Bruno Suter heeft eindelijk een plekje gevonden om druiven te telen. Dat had nogal wat voeten in de aarde. “De grond in Nederland is schaars en duur en moet ook nog eens geschikt zijn voor wijnbouw.” Hij keek 5 jaar lang rond in een afgebakend gebied in Noord-Brabant en Zeeland. “M’n vriendin zag het niet zitten om helemaal naar Limburg of Zeeuws-Vlaanderen te gaan.” Het werd uiteindelijk een stuk grond in Koudekerke, dat aanschurkt tegen Middelburg en Vlissingen op het toeristische Walcheren. Waarom durft Bruno het avontuur juist op deze plek aan te gaan?  

De start van een wijngaard is een waagstuk. Er zitten nogal wat risico’s aan. Bruno deinst er toch niet voor terug om maar meteen 6 hectare wijnstokken aan te planten. De man uit Halsteren weet waar hij aan begint. Hij deed ervaring op in de Bordeaux, de Elzas, Baden-Württemberg, Engeland en de Bourgogne. En bij de Kleine Schorre in Dreischor. “Ik heb er wel vertrouwen in.” Hij moet er zelf een beetje om grinniken. “Een beetje. Niet te veel, want ik moet niet naïef worden.”

Waterhuishouding

Bij de keuze voor het perceel in Koudekerke was de waterhuishouding zijn belangrijkste criterium. “Het grondwater moet niet te hoog staan.” Dat leerde Bruno in Bordeaux. Daar werkte hij bij een wijnconsultancybureau voor bodem- en plantstudies. “Het begint allemaal met het graven van een gat van 2 meter diep. Als je dan op 1,80 meter al vrijstaand water tegenkomt, kun je wijnbouw uit je hoofd zetten. Dan zeggen ze in Bordeaux: ‘Dat wordt helemaal niks!’ In Nederland staat het grondwater sowieso vrij hoog. In een vlakke omgeving moet je echt op zoek naar een plek waar het wat dieper ligt.”

Funda

Dat vraagt doorzettingsvermogen en een hoop geduld. “Het grote voordeel is dat we in Nederland al heel veel gedigitaliseerd hebben, zoals kaarten van de bodem en het waterniveau.” Bruno speurde jarenlang op Funda naar locaties die op het eerste gezicht interessant waren voor wijnbouw. Met behulp van digitale kaarten kon hij checken of het de moeite waard was om verder te kijken. “Om het zeker te weten heb je bodemonderzoek nodig. Die eerste check was niet meer dan een goed begin.” En net als in Bordeaux sloeg hij vervolgens aan het graven.

Groningen en Parijs

De bagage uit Bordeaux bepaalt wat hij doet. Hoe kwam hij daar terecht? Dat is een lang verhaal. “Het is altijd mijn droom geweest om een agrarisch bedrijf te beginnen. Pakweg 13 jaar geleden wilde ik groenteteler worden. In de buurt van Halsteren heb ik bij een biodynamisch bedrijf gewerkt. Dat vond ik interessant. Het motiveerde mij om naar de Hogere Agrarische School (HAS) in Den Bosch te gaan.” Hij dacht nog niet aan wijnbouw. “Hoewel, mijn moeder is een boerendochter uit Groningen en mijn vader is Parijzenaar. Iets van de Franse gastronomie heb ik wel meegekregen. Het sluimerde misschien, maar ik realiseerde me niet dat wijnbouw ook in Nederland mogelijk was.”

Kwartje

Tijdens z’n studie aan de HAS reisde Bruno met z’n vriendin naar de Champagne. “Daar kwamen we bij een kleine wijnboer terecht. Toevallig. Ik zie het nog voor me, een man met kroeshaar, een mooie zwarte snor en een verweerd gezicht. Thuis in de woonkamer verkocht hij z’n wijn. Dat vond ik echt geweldig. Ik heb het laten rusten. Totdat ik Nederlandse wijnen proefde. Toen dacht ik: het kan dus echt. Dat kwartje viel net na de HAS, toen ik inmiddels plantwetenschappen studeerde in Wageningen. Die studie bracht me naar Bordeaux, om mij verder te verdiepen in de wijnbouw. En nadat ik daar 3 jaar had rondgelopen wist ik het zeker.”

Geen oenologie

In het Mekka van de Franse wijnbouw deed Bruno een master Winery & businessmanagement. “Geen oenologie. Dat is een technische opleiding voor het maken van wijn. Het ging mij vooral om het werk in de wijngaard en de zakelijke kant. Dit hier is voor mij het interessantste wat er is.” Hij wijst naar de wijnstokken om hem heen. “Wat daarbinnen in de wijnmakerij gebeurt is óók interessant, maar hier doe ik het voor. Hier focus ik op.” Daarna ging hij aan de slag voor het consultancybureau en het Institut des Sciences de la Vigne et du Vin, waar hij onder andere samenwerkte met professor Kees van Leeuwen.

Zure zandgrond en klei

Bruno reisde de hele Bordeaux door. “Ik heb alle bodems daar wel zo’n beetje gezien. In Nederland denken we bij wijnbouw vaak aan mooie hellingen, maar de Bordeaux is zo vlak als een biljartlaken. En de beste wijnen in de Bordeaux komen van zure zandgrond en klei, maar dat zijn dan wel plekken waar de klei wat hoger ligt. Zo’n plek heb ik hier op Walcheren ook gevonden. Denk ik. Er is in Nederland klei in overvloed, maar meestal ligt de klei te laag. Hier ligt de klei hoger en het grondwater dieper. Dat is belangrijk. Het draait bij de bodem uiteindelijk allemaal om waterhuishouding.”

Oude kreekrug

Bruno wijst naar een oude kaart van Walcheren aan de muur van het proeflokaal. Die geeft een historische verklaring voor het lage grondwaterpeil in het grootste deel van de wijngaard. “Er liepen vroeger een heleboel kreken door Walcheren heen. De wijngaard ligt op een oude kreekrug van zavel op zand. Toen het eiland in de 12e eeuw ingepolderd werd, kwam het veen in aanraking met zuurstof. Daardoor ging het rotten en ook zakken. De oude kreekruggen zakten niet. Die liggen nu hoger ten opzichte van hun omgeving.”

Kers

Tijdens de jaren in Bordeaux begon de zoektocht naar een plekje in Nederland al. Dat bracht hem uiteindelijk op het toeristische Walcheren, eiland van zon, zee en strand. “Kers op de taart van dit plekje is de locatie.” Hij wijst. “Daar ligt Vlissingen en daar Middelburg. Er komen hier veel toeristen voorbij, onderweg naar de camping of het strand. Ik kan me niet beter wensen.” Dat was echter niet leidend. “Het begon allemaal bij de bodem. De locatie is een toegift. Het plan is om de meeste wijn hier aan huis te verkopen, in combinatie met het organiseren van proeverijen en rondleidingen. Daarvoor is dit een ideale plek.”

Middelburg en wijnhandel

Daarmee haakt Bruno onbedoeld aan bij de geschiedenis van Middelburg en Walcheren. Al in de 13e eeuw was de wijnhandel booming business in de Zeeuwse hoofdstad. Het was een belangrijke stapelplaats voor wijn uit de omgeving van Bordeaux. In 1550 importeerde Middelburg maar liefst 11 miljoen liter wijn. En in 1565 kwam driekwart van alle wijn die onze voorouders dronken via Middelburg bij hen terecht. Dat zorgde voor een enorme welvaart in de stad en een deel van Walcheren. De stadsgids kan je nu nog de kapitale huizen aanwijzen die in deze periode door wijnkooplieden werden gebouwd. En als je rondloopt in de stad kun je het ook zien aan de namen boven de imposante voordeuren.

Chateau

Het domein van Bruno ligt naast Huis der Boede uit 1752, een landhuis dat oogt als een heus chateau. Sinds 2020 huist er in het monumentale pand een bed & breakfast. De naam van Wijndomein De Boe verwijst naar het tuinmanshuisje van het chateau. In vroeger tijden werd de la boe vaak gebruikt als aanduiding voor een houten schuur. Wijndomein der Boede vond Bruno niet zo lekker klinken. “De Boe klinkt wat speelser.” Toen hij het perceel aankocht stond er nog een appel- en perenboomgaard. “Die heb ik vanaf oktober 2020 helemaal gerooid. Daar waren 6 maanden en een kettingzaag voor nodig.”

27.000 wijnstokken

En nu staan er al 27.000 wijnstokken op 6 hectare. In die voortvarende start schuilt een deel van de risico’s van Bruno’s waagstuk, maar hij had geen keuze. “In de ideale wereld zou ik eerst een klein stukje van 2.000 m2 aanplanten en dat 3 jaar lang monitoren. Dan kan ik zien hoe de druiven zich ontwikkelen. Daarna zou ik dan de rest aanplanten. Maar zo werkt het niet. Je bent boer en investeert in grond, dus je moet rente betalen. Dat betekent dat je het in één keer moet doen. Of je moet het niet doen. Dat zijn de smaken waar je uit kan kiezen.” Gaat het klikken tussen de druiven die Bruno koos en de bodem van Walcheren? De kersverse wijnboer denkt van wel.

Hagelslag of pindakaas

Niet verder vertellen, maar wijnstokken zijn bijna net zo makkelijk als maïs. “Op de plek waar patatten en sla niet groeien, zetten we ook vaak wijnstokken neer.” De bodem van Walcheren bepaalt wat er in de fles belandt. Bruno is niet van plan zich daar al te veel in te mengen. “Druiven moet je bijvoorbeeld geen water geven. Het hele idee is dat die dingen groeien waar niks anders groeit. Dan moet je dat toch geen water gaan geven? Ik mijn lesje geleerd in de Bordeaux. Met irrigeren haal je de invloed van het terroir weg. Wijn is geen hagelslag of pindakaas. Elke bodem gaat anders om met water, maar elke bodem is interessant.”

Kalk

De bodem van Wijndomein De Boe bevat veel kalk. Op minder dan een meter diepte liggen een hoop schelpen. Dat is mooi meegenomen, maar Bruno relativeert het. “Uiteindelijk draait het allemaal om de waterhuishouding. Kalk geeft niets af. Het gaat om de watervasthoudende functie van kalk. Dat is veruit het belangrijkst. Hetzelfde geldt voor klei. De stokken ervaren stress, maar nooit te veel omdat het water vastgehouden wordt. In natte jaren krijg je betere wijn op zand. Dan is de klei net pap. In drogere jaren krijg je betere wijn van klei, omdat daar altijd vocht in zit.”

Klassiek en nieuw

Hij koos voor druivenrassen waarvan hij de wijn zelf lekker vindt. “Ik koos niet bewust voor klassieke of nieuwe rassen. Ze staan hier allebei. Het smaakprofiel is voor mij het belangrijkst.” Collega Johan van der Velde van de Kleine Schorre durfde het niet aan om blauwe druiven aan te planten. Bruno wel. “Tja, ze zeggen soms dat het moeilijker is om witte wijn te maken dan rode”, knipoogt hij. “Witte wijn moet je veel meer beschermend opvoeden. Het leek me toch leuk om sowieso wat rood te doen. Van alles wat hier staat is 20% rood. Dat kan natuurlijk ook rosé worden. Daar ga ik maar ‘ns mee beginnen, als het ooit al tot rood komt.”

Rendement

Naast de witte auxerrois, chardonnay, muscaris, pinot gris, savagnin en souvignier gris koos Bruno voor de rode pinot noir, pinot precosé (frühburgunder) en trousseau. “Dat is de meest lastige. Het is maar de vraag of hij hier op Walcheren voldoende rijpt. Ik ga er vanuit dat het rendement minder zal zijn, zo’n 15 tot 30 hectoliter per hectare. Dus ik moet veel wegknippen.” De savagnin kom je in Nederland ook niet veel tegen. Bruno had een bijzondere reden om deze druif aan te planten. “Ik ben erg gecharmeerd van de aroma’s van toffee en stroop. Niet iedereen waardeert ze, maar dat hoeft ook niet. Dan maak ik ze niet voor hen.”

Onderstammen en klonen

Bij de druivenrassen heeft hij een onderstam gekozen die past bij de bodem in zijn wijngaard. “Vervolgens heb ik gekeken naar welk type wijn ik wil maken. Daar heb ik de keuze van de klonen op afgestemd. Meestal heb je van een druivenras meerdere klonen op een perceel staan. Dan spreid je het wat. De ene is laat en de andere vroeg.” Een deel van de wijngaard heeft een bodem van zand en zavel en een ander deel van klei. “Ik heb pinot gris op zand en klei, elk op een andere onderstam. Dus kan ik er op een andere manier wijn van maken. Daar heb ik extra tanks voor nodig, maar ik vind het geweldig om te kijken wat de verschillen in expressie zijn.”

Echte Zeeuw

Dat wordt nog wel spannend, want de focus van Bruno ligt in de wijngaard. Hij is meer wijnboer dan wijnmaker. Nog wel. Op dit moment kijkt hij vooral naar z’n huishoudboekje. “Je maakt een financiële planning 10 jaar vooruit. Als je binnen je begroting blijft, geeft dat enorm veel rust. Daarmee zeg ik nog niks over de wijn die ik ga maken, maar ik ben tevreden over hoe het nu gaat.” Hij let op de kleintjes. “Ik bemest niet alles. alleen in de rij. Met een beetje kalk en magnesium. Dat bespaart me veel kosten. Daarin ben ik al een echte Zeeuw geworden.”

Terug naar boven