Het online domein van de Nederlandse wijn
Stan Beurskens Martinus

Eigenzinnige Stan Beurskens kiest eigen weg

Het is warm in Zuid-Limburg. De septemberzon schijnt volop. Het terras bij het proeflokaal van St. Martinus zit vol. De gasten genieten van de wijn. Binnen zit Stan Beurskens. Nadat hij een glas water heeft ingeschonken, neemt hij alle tijd om te vertellen over zijn bedrijf. Ondertussen gaan de proeverijen en rondleidingen gewoon door. “Het loopt hier als een trein. We hebben nu een team van 40 man en 12 nationaliteiten.” Toevallig loopt er net een ingevlogen seizoensmedewerker voorbij. Uit Finland. Stan stapt meteen op hem af en wisselt een paar woorden met hem. “Dit vind ik zó mooi. Daar geniet ik van.”

Hij runt het grootste wijndomein van Nederland en Belgie. Het is bijna 30 hectare groot. Daar zie je bijna niets van als je het hoofdkwartier in Vijlen bezoekt. Er staat een mini-wijngaard met meer dan 100 nieuwe druivenrassen en een proeflokaal. Meer niet. Maar schijn bedriegt. Het domein heeft een duurzame wijnkelder van vier verdiepingen, keurig verstopt in de Limburgse bodem. Dat tekent de aanpak van Stan. De ambitieuze wijnmaker kiest niet voor platgetreden paadjes. Hij doet het op zijn manier. Dat geldt voor elke wijnboer, maar in het bijzonder voor Stan. I did it my way.

Eigenzinnig

Het succes van St. Martinus is Stan niet aan komen waaien. Hij heeft er hard voor gewerkt. “Ik heb van mijn moeder geleerd om de lat hoog te leggen. Ook als je er niet overheen komt, moet je daar wel voortdurend naar blijven streven. Je leven lang.” Hij vertelt het met pretlichtjes in z’n ogen. “Dat probeer ik. Het lukt misschien niet altijd, maar daar lig ik niet wakker van.” De visionair uit Vijlen is ambitieus. Heel ambitieus. Dat is hem met de paplepel ingegoten en het past bij zijn karakter. Hij is eigenzinnig en durft z’n kop boven het maaiveld uit te steken.

Stan Beurskens Martinus

55.000 flessen

Hij is trots op waar hij nu staat met z’n bedrijf. En dat steekt hij niet onder stoelen of banken. “We leveren elk jaar alleen al aan sterrenrestaurants 55.000 flessen wijn.” Maar z’n honger is niet gestild. “Er zijn collega’s die maar geen genoeg krijgen van het werk in de wijngaard. Ik ben er na een paar uur wel mee klaar. Alles wat er in m’n hoofd zit, kan er dan niet uit. Ik moet dan weer snel aan de slag met het uitdenken van nieuwe dingen en het managen van het bedrijf. Misschien hoort dat ook wel bij m’n leeftijd.” Binnenkort gaat Stan het hoofdkwartier in Vijlen uitbreiden. “We werken nu op vier locaties. Dat is vanwege al het heen en weer rijden niet duurzaam en ook niet handig.”

Kwaliteitsverbetering

“Het is beter voor het team en beter voor de wijn om alles hier te doen. De uitbreiding is echt nodig om weer een nieuwe stap te zetten in onze kwaliteitsverbetering. Nu lopen we vaak tegen logistieke beperkingen aan. Ik kijk ernaar uit dat onze wijnen nog beter worden. En dat gaat gebeuren als we al onze activiteiten hier concentreren.” Het duurde lang voordat de gemeente Vaals groen licht gaf voor de plannen. Omwonenden waren bang voor overlast. Om de uitbreiding onopvallend in te passen in het landschap duikt Stan straks opnieuw de Limburgse bodem in.

Kleine tanks

“Wacht, ik haal de tekeningen er even bij.” Hij beent met grote stappen naar z’n kantoor. Even later komt hij terug met een tekening. Hij vouwt de paperassen open en wijst. “Hier zie je de huidige wijnkelder en daar staat het woonhuis. Ondergronds gaan we die met elkaar verbinden met opslagruimtes en kelders.” De uitbreiding is enorm. “Het is niet de bedoeling dat we méér wijn gaan maken, maar wel betere wijn.” Stan werkt met kleine tanks van 1000 liter in plaats van grote tanks van 10.000 liter. Daar is veel ruimte voor nodig, maar het levert ook iets op.

Stan Beurskens Martinus

Droombaan

“Met kleine tanks kan ik de wijnen van verschillende percelen gescheiden opslaan. Dat geeft mij de ruimte om meer met de wijnen te spelen en ze ook meer diepgang te geven.” Voordat Stan koos voor de wijnbouw in Limburg reisde hij de wereld rond. Voor stages en studies. Hij kreeg een droombaan aangeboden in Chili, maar kon de wijngaard van z’n ouders toch niet loslaten. “Toen ik uit het buitenland terugkeerde, had ik echt niet het gevoel dat de markt hier klaar was voor Nederlandse wijn. Maar moet je nu eens kijken. Er is in 20 jaar veel veranderd.”

Niet alleen applaus

Zijn tomeloze ambitie heeft Stan gebracht waar hij nu staat. Hij koos van meet af aan voor het experimenteren met nieuwe druivenrassen. Dat was opmerkelijk, want verreweg de meeste wijnboeren in Zuid-Limburg kozen juist voor het werken met klassieke rassen. Zijn eigenzinnige visie oogstte niet alleen maar applaus. “Er leiden vele wegen naar Rome. We moeten nu maar eens stoppen met die discussie over klassieke en nieuwe druivenrassen. Ik werk met allebei, dus ik heb recht van spreken. Het gaat uiteindelijk om wat er in je glas zit.”

Carillon

Er is steeds weer aanleiding om te innoveren. Ook als het gaat om druivenrassen. “Toen ik begon ontwikkelden we rassen die wat vroeger rijpen en een hoge resistentie tegen schimmels hebben.” Stan neemt even een slok spraakwater. “Dat is inmiddels 20 jaar geleden. Er is sindsdien veel veranderd. Nu moeten we zoeken naar druivenrassen die niet schrikken van de suzukivlieg en beter tegen warmte en felle zon kunnen. Dat had ik toen niet kunnen voorspellen.” Dit jaar ging de blauwe FR 626-2005r de grond in. Dat is een fonkelnieuw druivenras, waar St. Martinus in dat kader veel van verwacht. Inmiddels is het nummer een naam: Carillon.

Stan Beurskens Martinus

Blij in Nederland

In de loop van de jaren heeft Stan diverse wijngaarden overgenomen. Daar zaten ook wijngaarden met klassieke rassen, zoals chardonnay, pinot gris en pinot noir tussen. Bij St. Martinus gaan die klassiekers soms samen met nieuwe druivenrassen als cabernet cantor, monarch en souvignier gris de fles in. Dat mag in Nederland allemaal. “Ik ben blij dat ik wijnboer in Nederland ben”, benadrukt Stan. “De wijnwetgeving in traditionele wijnlanden als Frankrijk brengt allerlei beperkingen met zich mee. Daar mag dat niet. Ik heb geen last van die beperkingen en kan maken wat ik lekker vind.”

Vrijheid

De ambitie van de eigenzinnige wijnmaker is er niet minder op geworden. Hij zoekt stug door naar de holy grape, het druivenras dat het spectaculair goed doet in Limburg en Nederland. Dat hoeft geen signatuurdruif te worden, zoals je die bijvoorbeeld in Franse wijnregio’s tegenkomt. Daar heeft elke druif z’n eigen regio. En andersom. “Nee, die kant moeten we in Nederland niet op. De Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) levert al genoeg beperkingen op bij het mengen van druiven. Dat vind ik jammer. We moeten onze vrijheid koesteren. Daar komen we verder mee.”

Terug naar boven